Opperdoezer Ronde: 100 procent BOB
Niet moeders mooiste, dit piepertje, maar de smaak… romig en vol. Het mag eigenlijk niet van de kweker, maar ik eet ’m het liefste geprakt. Het is weer de tijd voor piepers uit Opperdoes. Echte liefhebbers zetten het West Friese aardappeltje reeds op tafel. Dit stukje is dan ook bedoeld voor iedereen die de aardappel waardeert, maar van de Opperdoezer Ronde niets of vaag iets af weet. Ik werd onlangs uitgenodigd om het oogstfeest van de Ronde bij te wonen. Zo’n uitnodiging sla ik niet af, want een smakelijk Nederlands product mogen promoten, beschouw ik als een eer. De organisatie vroeg me een paar weken voor het feest een slagzin te bedenken. Een flinke opgave: ik ben kok, geen reclameman. Kun je ook zien. Ik ben kaal en gladgeschoren. Een beetje mannelijke slagzinkoning beschikt over te lange haarlokken die hij net even iets te bestudeerd langs het gelaat drapeert.
Op de onderkaak floreert een schimmel die bekendstaat als ‘stoppelbaard’. Uit zijn mond knalt de ene na de andere kooplust ophitsende voltreffer. Ik kon pas na veel getob, getelefoneer en dozen sigaren het volgende zinnetje uit mijn hoofd duwen: ‘De beste prakaardappel met de dikste smaak’. Ik zat er volkomen naast, want een Opperdoezer prakken is een gruwel voor de piepermannen, zoiets als een portie friet met de staafmixer verminken. Ik ben het niet met ze eens. Grof geprakte Opperdoezer met dikke olijfolie of gesmolten boerenboter, zeezout en verse gemalen peper is een ware traktatie. Maar goed, waarom de oogstfeestvreugde verzieken met een persoonlijke voorkeur. Ongeprakte Opperdoezer Ronde met gesmolten boter ga ik tenslotte ook niet uit de weg.
Er moest een nieuwe slagzin komen. Ik kon gelukkig wel het goedgekeurde ‘Een opperbeste aardappel met een mooie, dikke smaak’ het lijf uitpersen, maar was er niet echt content mee. Ook het eveneens geaccepteerde ‘Het meest charmante, sexy aardappeltje dat iedereen zou moeten kennen’ zou mij niet motiveren om een zak Ronde in het boodschappenmandje te kieperen. Ik nam me voor de slagknaller in dit stukje te presenteren. Er lopen voldoende farizeeërs in mijn omgeving te niksen waar ik met een stevige houdgreep de verlossende oneliner uit kan persen. (Bluf? Heb je mijn bovenarmen weleens nakend gezien!?) Ik stelde mij eerst als taak de ware aard van de Opperdoezer Ronde te ontmaskeren. De smaak ontleent de aardappel aan de bijzondere zavelgronden rond het Noord-Hollandse dorpje Opperdoes, die een mengsel van klei en zand bieden. De grond maakt aardappeltje uniek, de Europese Unie kende dan ook in 1996 het gebied de Beschermde Oorsprongbenaming toe, de BOB, deels vergelijkbaar met het Franse Appellation d’Origine Contrôlée. Een teler ontdekte bij toeval de Opperdoezer, het was het mismaakte neefje van de omringende negen-wekers. Maar de smaak bleek raak, want romig en vol. De pieper had daarbij een prettige beet dankzij een relatief laag zetmeelgehalte. Ook bijzonder: de telers oogsten de aardappel nog altijd met de hand. Da’s geen nostalgiegedoe, maar noodzaak vanwege het dunne velletje. De Opperdoezer Ronde koop je als middelgrote aardappelen en als krieltjes. De grote zijn zeker lekker, vooral in een gratin, maar de krieltjes vind ik helemaal top. Dit al moest genoeg brandstof geven voor die prijsbeuker. Toch kreeg ik het slagkreng niet uit mijn kop geschopt. Ik geef het op, dit moet het maar zijn: Dunne schilletjes, dikke smaken die de smaakpapillen diep kraken. Kortom, Opperdoezer Ronde: 100 procent BOB, 0 procent flop (met dank aan de stoppelmannen). Prak ze.
Geprakte Opperdoezers met een gepocheerd eitje
Voor 4 personen
Ingrediënten
12 Opperdoezers
1 sjalot, fijngesneden
1 bos platte peterselie, fijngehakt
½bos bieslook, fijngesneden
boter
zwarte peper uit de molen
4 gepocheerde eieren
Bereiding
Wrijf de Opperdoezers schoon met een doek en kook ze.
Prak de gare Opperdoezers.
Doe een klontje boter in een steelpan en voeg de fijngesneden sjalot toe.
Doe als de boter bruist de geprakte Opperdoezers erbij met de fijngehakte peterselie en bieslook en zet dit alles aan in de pan.
Breng op smaak met wat zwarte peper uit de molen.
Schep de geprakte Opperdoezers in 4 diepe borden en leg er een gepocheerd eitje op.
Opperdoezers uit de oven
Ingrediënten
400 g Opperdoezers
1 bos tijm, fijngehakt
1 bos rozemarijn, fijngehakt
olijfolie
Bereiding
Wrijf de Opperdoezers schoon met een doek.
Kook de Opperdoezers in ruim water gaar.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Giet olijfolie bij de aardappels. Strooi de tijm en roze marijn erover.
Zet ze in de oven en laat ongeveer 1 uur in de oven staan, totdat ze zijn ingedroogd.