Magisch sausje
Wat een popfestival in Kralingen te zoeken heeft op de culinaire pagina’s in dit magazine? Herman den Blijker geeft het antwoord. Deel 2 in de reeks ‘Hoe houd ik in hemelsnaam dat vakantiegevoel nog even vast?’ brengt ons bij de mojo, een sausje uit zuidelijke streken. Wellicht denk je bij het woord mojo eerder aan een cocktail met rum. Ook zouden je gedachten kunnen gaan naar het roemruchte boekingskantoor Mojo, dat zo’n beetje alle wereldacts naar Nederland haalde en haalt. Die gasten gingen begin jaren ’70 in het Rotterdamse Kralingse Bos met het Holland Pop Festival helaas zwaar op hun plaat. Veel love & peace predikende hippies waren te belazerd om een kaartje te kopen. Security in de vorm van gespierde vleeseilanden bestond nog niet en hekken waren neembare vestingen. Na het feestje zat er dan ook te weinig geld in het laatje. Maar ze gingen niet bij de pakken neerzitten en wisten Nederland op de kaart te zetten als een puike plek voor concerten. Muziekliefhebbers zullen bij het woord ‘mojo’ ook denken aan de blues, aan gasten die zingen over Have your mojo workin’ en I got my mojo running. Als je me tot voor kort had gevraagd waar dat over gaat, had je als antwoord gekregen: ‘Wat denk je zelf!?’ Maar inmiddels weet ik dat ik er naast zit, dit soort mojo heeft te maken met het geluk aan je zijde hebben, en met charisma. Het schijnt een voodoo-dingetje te zijn, magisch gedoe.
Zeewater
Mojo heerst ook over eten, in een bijzondere saus. De geluksvogels zijn onder meer de bewoners van de Canarische Eilanden, Cuba en nog wat zonnige oorden. De saus verschijnt daar in vele gedaanten op de borden. Kortom, mojo is precies wat we nodig hebben nu de dagen korter worden. De mojo-saus heeft een andere oorsprong dan de voodoo-mojo. Het waren de Portugezen die de rode pepers als eersten naar Europa meenamen. Ze maakten er onder meer sausjes van, molho, wat zoiets als ‘vochtig’ betekent. Overigens, wist je dat we de sambal ook aan de Portugezen te danken hebben? Zij introduceerden rode pepers in Indonesie, nog voordat de Hollanders daar voet aan wal zetten. De Canarische mojo is een ander verhaal en ook de moeite waard. Daar gaat naast rode peper en knoflook onder meer paprika, olijfolie, komijn, korianderzaad en oregano in. Deze saus combineert perfect met de plaatselijke specialiteit papas arragudas, kleine aardappeltjes die ze koken in zeewater of water met veel zeezout. Moet je zeker een keer thuis maken. Er bestaat ook een groene versie, de mojo verde, met onder meer koriander, peterselie, groene pepertjes en olie. Lekker bij vis en groenten.
Diepgevroren
Ik houd het simpel. Mijn versie van de mojo zit een beetje tussen de bekendste, die van de Canarische Eilanden, en een sambal oelek in. Dit sausje zal de smaak van de garnalen niet overheersen. Het lekkerste zijn rauwe garnalen, die meestal diepgevroren worden aangeboden. Je kunt als het meezit kiezen uit rauwe zoutwatergarnalen uit de diepzee en tropische zoetwatergarnalen. De eerste komen zo uit de natuur, de tweede zijn gekweekt. Dan moet je maar afwachten of ze behoorlijk voer hebben gehad. Zie je ze beide, koop dan van elk een pak om erachter te komen welke garnaal je het beste bevalt. Hap ze!
Mojosaus met gamba’s
Ingrediënten
- 6 gamba’s (easy peel 13/20)
- 3 dl zonnebloemolie
- 6 verse kleine rode pepers
- 4 tenen knoflook
- 1 tl zout
Bereiding
- Maak de rode pepertjes, de knoflook en de zonnebloemolie met de staafmixer fijn, maar zorg dat de saus nog wel structuur heeft
- Bak de gamba’s in de pan zo heet mogelijk in de olie (om en om), gedurende enkele tientallen seconden
- Schep de gamba’s uit de pan
- Strooi er zout naar behoefte over
- Serveer de gamba’s in een vuurvaste schaal met de mojosaus erbij